Wetenschappelijke naam: Python regius Nederlandse naam: Koningspython Engelse naam: Royal Python (A.k.a. Ball Python/ Ball)
Land van Herkomst: West en midden Afrika: Senegal, Gambia, Guinea-Bisseau, Sierra Leone, Liberia, Mali, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Nigeria, Kameroen, CAR, Zaire, Oeganda.
Gem. Lengte: Volwassen 1.20m tot 1.60m
Gem. Dag temp: 26°C koele kant tot 33°C op de hotspot Gem. Nacht temp: 30°C op de hospot, minimaal 24°C Gem. RV: 50-70% Min. Terra maat enkel dier:80 x 60 x 40 cm Min. Terra maat koppel:120 x 50 x 50 cm
Algemeen:
De Koningspython leeft voornamelijk langs de randen en in bossen. Overdag houden de dieren zich schuil in holen ondergronds. In de schemering worden ze actief. De Koningspython is voornamelijk een grondbewoner, en zal niet erg hoog klimmen. De Engelse naam voor de Koningspython is ball python. Deze naam heeft hij gekregen omdat hij wanneer er gevaar dreigt, zichzelf oprolt als een bal. De kwetsbare kop houdt hij hierbij in het midden. In gevangenschap zie je deze verdedigingstactiek vrijwel nooit. Koningspythons zijn erg gewild als huisdier, zowel door uiterlijk van het diertje als het rustige karakter. Echter wil het nog wel eens voorkomen dat het dier niet wil eten of slecht vervelt. Meestal zal dit liggen aan teveel stress. Er worden in Europa veel Koningspythons te koop aangeboden. Een groot deel hiervan is farmbred. Dit wil zeggen: geboren in Afrika, op een kweekfarm. Deze dieren zijn vaak niet gezond, en zeer gestrest door het transport. Eigenlijk zijn deze dieren niet geschikt voor minder ervaren slangenhouders. Als je een gezond en makkelijk diertje wilt, koop je nakweek van een goede (hobby-)kweker. Het is goed mogelijk om met een Koningspython te beginnen als eerste slang. Hou er echter rekening mee dat het dier veel met rust gelaten dient te worden i.v.m. zijn stressgevoelig.Laat vooral nieuwe aankopen heel rustig wennen en hanteer niet te veel.
Huisvesting:
De Koningspython leeft in de natuur solitair. Het wordt dan ook aanbevolen de dieren solitair te huisvesten. Jonge dieren kunnen vaak beter wat kleiner gehuisvest worden, omdat dit voor het diertje veiliger lijkt en dus minder stressvol is. Het eerste jaar voldoet een terrarium van 60 x 40 x 40cm. Voor oudere dieren is een terrarium van 100 x 50 x 50 of 80 x 60 x 40 voldoende. De temperaturen en RV staan hierboven vermeld. Meestal wordt de dagtemperatuur bereikt d.m.v warmtespots (met dimmer) en de nachttemperatuur d.m.v een warmtemat of warmtekabel in combinatie met een thermostaat. Zorg voor een waterbak in de terrarium. Ververs deze om de dag. Verder zijn meerdere schuilplaatsen in het terrarium een must. Omdat de slang zich het liefst veel verstopt wordt het aangeraden in ieder geval 2 schuilplaatsen te plaatsen. 1 aan de koude en 1 aan de warme kant. De slang kan dan zelf de goede plek kiezen. Een terrarium met 3 dichte zijden is voor het dier het prettigst. Ook is het mogelijk de dieren in curvers te houden. Minimale maat hierbij vind ik voor volwassen dieren 40 x 80 x 14 cm.
Voeding:
Jonge Koningspythons starten vaak met springer-halfwas muizen, waarna ze al vrij snel overgaan op volwas. Prooidieren mogen wel 2 keer de breedte van de kop breed zijn. Een prooi is niet snel te groot. Voer jonge dieren 1 keer per 5 dagen. Later ga je over op grotere volwas muizen, 1 per week. Later kan er overgegaan worden op 2 muizen per keer, of beter nog: passende ratten. Volwassen dieren eten vaak volwas ratten. Bij Koningspythons is het niet altijd even makkelijk dood te voeren. Sommige dieren weigeren pre-killed en diepvries. Hou hier rekening mee bij een e.v.t. aankoop. Dan zijn er ook nog een aantal probleem eters. Dieren die niet willen eten, of met een voorkeur.Als een dier lange tijd voedsel weigert en gewicht begint te verliezen is het verstandig eens wat anders te proberen. Gerbils schijnen hiervoor het best te zijn. Hou er rekening mee dat de slang een voorkeur kan krijgen voor deze prooi en dus nooit meer iets anders wil. Ook is het lastig voor sommige dieren om over te gaan op ratten. Een rat een tijdje bij muizen in dezelfde bak laten lopen kan hiervoor oplossing bieden.
Voortplanting:
Mannen zijn over het algemeen na 1 jaar geslachtsrijp, bij vrouwen is 1200 gram het minimum gewicht. Vaak kan een vrouw 2,5 jaar na geboorte ingezet worden voor kweek. Lichte vrouwen produceren vaak kleine legsels van 3-6 eieren. Grote vrouwen wel tot 12 stuks. Laat in oktober de temperatuur zowel overdag als 's nacht met enkel graden dalen. Vanaf november worden de mannen geïntroduceerd bij hun partners. Stoor de dieren niet. Heeft de man geen zin, dan wil het wel eens helpen hem een uur bij een andere man te zetten. Als de vrouw bevrucht is zal ze vaak voedsel gaan weigeren. Na bevruchting duurt het ongeveer 60 dagen tot de ei leg. Als de eieren gelegd zijn zal de vrouw eromheen gaan liggen. Let bij het weghalen van de vrouw goed op: ze is beschermend t.o.v de eieren en zal misschien agressief zijn. Ook dient opgepast te worden dat hierbij de eieren niet beschadigt worden. Nadat de vrouw van de eieren af is moeten het terrarium (curver) en de moeder zelf goed schoongemaakt worden. Als de geur van de eieren weg is zal ze niet langer beschermend reageren en gewoon weer eten. Let op!! Laat de eieren aan elkaar zitten en houdt de bovenkant boven. Als ze onvoorzichtig behandelt worden of gedraaid kan de vrucht afsterven! Plaats de eieren in een gereedstaande broedstoof. Na 55 to 60 dagen op 32 graden zullen de eieren uitkomen. Als de eerste schaal gebroken is kan ervoor gekozen worden de eieren in te knippen. Als de schaal te dik is kan een jong namelijk stikken in het ei.
Wetgeving:
De wetgeving van de Python Regius is een Cités B. De CitésB ook wel 2 genoemd. Wat die Cités B nu precies inhoud: De Cités B is voor terrarium dieren die nog niet echt met uitsterven worden bedreigd, maar wel moet de internationale handel streng gecontroleerd worden. Dit streng controleren van de internationale handen moet er voor zorgen dat de dieren niet uitsterven. De internationale handen moet aan strenge voor schriften voldoen als een dier Cités B is. Veel dieren die niet bedreigd zijn, maar op de bedreigde soorten lijken staan meestal ook onder de Cités B.